Module 2: Animeren

Animeren

In de tweede module is er gebruik gemaakt van ‘animeren’. De focus binnen deze module ligt op het eerste zintuig, namelijk het oog. Door de informatie van een animatie en een afbeelding te koppelen, worden drie typen blindheid uitgelegd aan de hand van een analogie. In de analogie wordt de verwerking van visuele informatie van het oog naar het brein vergeleken met de werking van een camera.

De animatie en de afbeelding samen bieden de docent ondersteuning bij een les over blindheid. Eerst wordt dit moeilijke onderwerp herkenbaar gemaakt door de analogie uit te leggen in de animatie. Nadat de leerlingen op een speelse manier kennis hebben gemaakt met het onderwerp, kan de afbeelding ondersteuning bieden bij verdere uitwerking van de verschillende soorten blindheid. In de afbeelding wordt (kleuren)blindheid op de verschillende niveaus in details uitgewerkt. Hiervoor dient de afbeelding als ondersteuning bij het lesmateriaal dat de docent verkrijgt. De docent kan er zelf voor kiezen om de informatie klassikaal te bespreken, of een variatie aan te brengen in de les, door leerlingen er eerst bijvoorbeeld in groepjes over na te laten denken.

De animatie

De afbeelding

Bekijk uitleg bij afbeelding

Waarom deze uitlegmethode?

Er is gekozen voor een animatie, omdat door middel van animeren het onderwerp ‘blindheid’, wat een vrij complex onderwerp is, erg makkelijk en herkenbaar kan worden uitgelegd. Wanneer leerlingen terugdenken aan deze les, zullen zij in staat zijn om de stappen in het menselijk lichaam te koppelen aan stappen in de camera, waardoor zij de geleerde informatie goed begrijpen, maar ook kunnen reproduceren en toepassen. In de animatie wordt duidelijk tijdens welke drie stappen het mis kan gaan, namelijk: licht wordt opgevangen, informatie wordt doorgegeven door een zenuw en wordt verwerkt in de visuele cortex van het brein. Vervolgens kan de docent de afbeelding gebruiken om de verschillende stappen in detail te bespreken. Door een afbeelding te gebruiken (zonder tekst), waarbij de docent uitleg geeft, worden leerlingen gestimuleerd om op te letten en aantekeningen te maken. Hierdoor zullen ze echt leren en in combinatie met de terugkoppeling naar de analogie, zullen zij goed kunnen scoren op het onderwerp blindheid op het eindexamen.